
Waarnemend president Iwan Rasoelbaks van het Hof van Justitie blikt tevreden terug op het overleg met de Nederlandse ambtelijke delegatie vorige week. Het hof gaf een uiteenzetting van de speerpunten uit zijn beleidsplan 2020-2025 en waar ondersteuning in de vorm van expertise of middelen ten behoeve van bepaalde projecten nodig is, zegt Rasoelbaks aan Starnieuws. Er zijn geen financiële toezeggingen gedaan, maar de Nederlandse gesprekspartner beloofde wel om waar nodig faciliterend te zullen optreden, zodat de beschikbare EU-middelen sneller vrijkomen.
Het hof werkt sinds 2008 samen met de Nederlandse Raad voor de Rechtspraak. Die ondersteunt het hof bij tal van projecten, zoals met technische assistentie bij het verbeter- en verzelfstandigingsplan van de rechterlijke organisatie, vertelt Rasoelbaks. Er zijn financiën nodig om het verzelfstandigingsplan uit te werken. Het hof wil naar het model van De Nationale Assemblee ook een Bureau van de rechterlijke macht instellen, belast met onder andere de bedrijfsvoering. “Ons verzelfstandigingsplan moet nog geschreven worden en daarvoor zijn ook middelen nodig.”
Volgend jaar wil het hof starten met het nieuwe project ‘comparitie na antwoord’, gevolgd door het project ‘wegschrijven van achterstanden’ in de civiele sector. “Vrienden van de rechtspraak binnen de Nederlandse Stichting Rechters voor Rechters alsook gepensioneerde Nederlandse rechters van wie enkele ook op de Antillen hebben gewerkt, staan te trappelen om ondersteuning te komen verlenen bij het wegwerken van achterstanden in civiele handelsvonnissen”, vertelt Rasoelbaks.
“Het project ‘comparitie na antwoord’ gecombineerd met het project ‘wegschrijven van achterstanden’ is opgenomen in het beleidsplan”, geeft hij verder aan. Wij zullen onder meer de hulp van de Raad inroepen om te assisteren in de trainingen van rechters en advocaten als het gaat om effectief compareren onder de knie te krijgen.
Concept nieuw Burgerlijk WetboekDe overzeese expertise kan ook goed gebruikt worden bij trainingen over het nieuw Burgerlijk Wetboek (BW). De versie die nu gebruikt wordt, dateert nog van het jaar 1869, zij het hier en daar met wijzigingen en aanvullingen. De Raad van Ministers keurde het concept nieuw BW in 2010 goed, doch is het sedertdien daarbij gebleven.
De hofpresident benadrukt dat de regering vierkant staat achter de verzelfstandigingsplannen en de overige beleidsspeerpunten van het hof. Tijdens de verschillende ontmoetingen is steeds de volle medewerking toegezegd, geeft hij aan. Zo is de procedure opnieuw opgestart door de Minister van Justitie en Politie om het ontwerp nieuw BW goedgekeurd te krijgen. Binnenkort wordt het hof versterkt met zes nieuwe rechters. Het proces voor hun benoeming is reeds ingezet. “We zijn ons ervan bewust dat de regering net enkele maanden aanzit en er heel wat werk ligt op hun bord. Wij kijken vol goede moed uit naar deze aanvulling waarmee de rechtstaat Suriname verder versterkt wordt.”