Vastgoedbedrijven weten een groeiend aantal leegstaande kantoren, scholen en winkels om te bouwen tot woningen. Vorig jaar zijn 12.500 huizen gemaakt in bestaande gebouwen, het hoogste aantal in acht jaar tijd, blijkt uit onderzoek van Centraal Bureau Statistiek. 

Bijna de helft van deze woningen is gebouwd in voormalige kantoorgebouwen. Interessant omdat wordt verwacht dat veel kantoorruimte leeg komt te staan vanwege de overtuiging dat thuiswerken ook na corona een blijvertje is.

In 2019 werden 5700 nieuwe woningen in kantoren gebouwd, 46 procent van alle transformaties. Een kwart van de omvormingen is in voormalige winkels of maatschappelijk vastgoed, zoals ziekenhuizen, kerken of schoolgebouwen.

Het gaat meestal om kleine woningen (appartementen of studio’s) die voor de verhuur bestemd zijn. In 2019 heeft 45 procent een oppervlakte van 15 tot 50 m2 en 28 procent een oppervlakte van 50 tot 75 m2. Van het totaal aantal woningtransformaties in 2018 was 84 procent een huurwoning. De meeste huurwoningen zijn in het bezit van bedrijven of institutionele beleggers.

Doelstelling gehaald

De cijfers zijn goed nieuws voor minister Kajsa Ollongren van Wonen. Zij maakte een paar jaar geleden de afspraak met de woningbouwsector dat er 75.000 huizen per jaar moesten worden gebouwd om aan de toenemende vraag te voldoen. Dat doel is gehaald, want naast nieuwbouw (71.500) komt met deze 12.500 woningen het totaal op 84.000. Overigens is de roep vanuit de sector dit jaar groot om de doelstelling naar boven bij te schroeven, omdat het woningtekort er niet mee wordt ingelopen.