Minister Wouter Koolmees

DEN HAAG – Surinaamse Nederlanders die door een AOW-gat minder pensioen krijgen, moeten daar een tegemoetkoming voor krijgen. Dat vraagt de Tweede Kamer aan minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken), die er vooralsnog op wijst dat juridische obstakels een oplossing in dit slepende dossier in de weg zitten.

De Kamer debatteert donderdag over het gat in de AOW-opbouw van de Surinaamse Nederlanders. Het gaat om de mensen die ten tijde van de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 naar Nederland zijn vertrokken. Zij hebben nu alleen AOW opgebouwd over de jaren dat ze als volwassenen in Nederland wonen. De jaren dat ze in Suriname woonden, dat kan vanaf 1957 zijn, tellen niet mee bij de opbouw. Ook al hoorde dat toen nog bij ons koninkrijk. Sommige Surinaamse Nederlanders krijgen daardoor honderden euro’s minder pensioen per maand.

Juridische obstakels

Minister Koolmees wijst, net als vele van zijn voorgangers, op de juridische obstakels voor een tegemoetkoming. Volgens de minister van D66 zet de compensatie voor de Surinaamse Nederlanders de deur open voor veel meer mensen die daar aanspraak op willen maken.

Dat zou betekenen dat arbeidsmigranten uit allerlei andere landen, of Nederlanders die een tijd in het buitenland hebben gewoond en toen geen AOW hebben opgebouwd, ook compensatie zouden kunnen claimen. De totale schade komt dan uit op 76 miljard euro, becijfert Koolmees.

Juridisch zit de zaak volgens Koolmees dus potdicht, concludeert VVD-Kamerlid Van der Linde. Dat de minister dat concludeert, bezorgt de liberaal wel wat onbehagen: „Dat zit in het volgende: ik las het verkiezingsprogramma van D66, onder voorzitterschap van deze zelfde minister, waarin om nog een onderzoek naar dit probleem wordt gevraagd. Wat kan er nog uitgezocht worden?”