
Arthur Deakin, Senior Analist bij America’s Market Intelligence (AMI), roept Suriname op lering te trekken uit de ervaringen van Guyana bij het aangaan van een oliedeal, zodat haar olie- en gasindustrie op zee het land en de samenleving ten goede komt.
Deakin die tevens mededirecteur is van AMI’s energiestrategie, beveelt Suriname de volgende drie stappen aan:
CREEËREN WERKENDE SOVEREIGN WEALTH FUND (SWF)
Suriname zal, net als Guyana, een goed gestructureerde en transparante SWF nodig hebben om haar oliefondsen te investeren, en tegelijkertijd besparingen voor toekomstige generaties te garanderen.
Het Spaar- en Stabiliteitsfonds dat opgericht is voor mijnbouwroyalty’s, zal het bedrag aan rijkdom, gegenereerd uit haar olievondsten, exponentieel vergroten. De extra ruimte stelt de regering in de gelegenheid om tot 15 procent van haar jaarlijkse behoeften uit te geven, wat aanzienlijk hoger is dan de 3 procentlimiet die door het succesvolle Noorse SWF is vastgesteld. Een plafond van 15 procent beperkt echter het vermogen van het land om zijn rijkdom aanzienlijk te laten groeien.
Om de huidige samenleving in staat te stellen te floreren en tegelijkertijd toekomstige liquide middelen te behouden, zal er een gematigder percentage moeten worden ingevoerd. “Suriname dient een nieuwe wet aan te nemen die specifiek voor haar olievoorraden een fonds in het leven roept, dat professioneel beheerd wordt door een onafhankelijk orgaan zonder politieke verbindingen”, zegt Deakin.
Deakins geeft ook aan dat er in de wet duidelijke drempels worden vastgesteld voor het bedrag dat jaarlijks kan worden uitgegeven en strikte verantwoordingsmaatregelen, die ervoor zorgen dat de fondsen op een transparante wijze worden besteed. Ook is het van cruciaal belang dat er een duidelijk onderscheid is tussen de beheerders van het fonds en politici, zodat het minder waarschijnlijk is dat de oliefondsen worden misbruikt en uitgeput. “De benoeming door president Santokhi van zijn vrouw in de Raad van Commissarissen van Staatsolie, het staatsbedrijf, is een signaal dat Suriname op het verkeerd spoor is. Het volk moet verandering eisen voordat het te laat is”, aldus Deakin.
AANNAME WET LOCAL CONTENT EN DIVERSIFIËREN ECONOMIE
Aangezien de eerste olie pas in 2025 wordt geproduceerd, heeft Suriname een geweldige kans om van haar buurland Guyana af te kijken wat wel en wat niet heeft gewerkt in haar olieontwikkeling. Buiten de winningssectoren, zoals de mijnbouw, heeft Guyana een landbouw- en dienstensector die niet sterk ontwikkeld is. De geringe economische diversificatie zal het voor het land moeilijk maken om toekomstige olieprijsschokken op te vangen. Guyana heeft ook verzuimd om vóór de oliewinning wetten ten uitvoer te brengen die een grotere lokale participatie en meer duidelijkheid voor de investeerders mogelijk zouden hebben gemaakt. Over het beleid inzake local content wordt bijvoorbeeld nog steeds overleg gepleegd, en zal het waarschijnlijk nog vele maanden duren om te worden herzien. Guyana’s nieuwe SWF-wet om de oliegelden te beheren, zal waarschijnlijk pas in 2022 worden goedgekeurd.
“Wat Suriname in de plaats daarvan kan doen: Het is van fundamenteel belang dat deze kaders er zijn voordat de eerste olie wordt gepompt, zodat Suriname op een gezonde manier kan groeien.